Bonsoir Ki Du,
"REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN ALBRANDSWAARD EN RIEDERWAARD, 1199-1648" door C. Hoek.
Lien mort - levyryl, janvier 2015
Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 42 (1987), een uitgave van de
Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie (Heerlijkheidsarchief van Albrantswaard in het Gemeentearchief van Rotterdam).
Page 3:
12-10-1467: Aernt die bastaert van IJsselsteyn, heer van Albrantswaert, geeft aan
Gerrit van Abbenbrouck ter bedijking uit een aanwas buiten langs de zeedijk van Albrantswaert, strekkende van de heerlijkheid en de zeedijk van Portegael westwaarts tot in de Oude Maze en langs de Oude Maze zuidwaarts tot het einde van de stenendijk van Albrantswaert. Het poldertje zal uitwateren door deze waard, vrij van bede zijn, maar wel onder de hoge en lage jurisdictie vallen (A. inv.nr. 128).
Page 6:
KATENDRECHT
5. 27½ gaarde land, afkomstig van ver Jutte, weduwe van
Jan van Abbenbroeke, te Katendrecht ten oosten van de beide sluizen, strekkende uit de Merwede tot aan de landscheiding, belend aan beide zijden door
Jan van den Broeke, broer van Clais Jansz. van Abbenbroeke.
1-8-1332: Clais Jansz. van Abbenbroeke na opdracht uit eigen (L.H. 6, fol. 74).
18-11-1372: Jonkvrouwe Nataly van den Broec bij dode van haar broer (L.H. 50, fol. 130).
Je vous ferais remarquer que Jan van den Broeke est donné comme frère de Claes van Abbenbroeke (fils de Jan)
Vous devrez donc vous intéresser aux patronymes v.d. Broeke et (van) Abbenbroeke. Nous sommes ici devant des familles hollandaises.
Page 18:
7-10-1366: Peter- en Boudijn van Roden, broers, verzoeken aan heer Symon van Teylinghe en heer Willem van der Marwede, ridders, heer Nicolaes, pastoor van Roden,
Jan Aerntsz. van Abbenbroecke, Willem Zomerlant en Wouter heer Pouwelsz., rentmeester van het land van Putte en Stryen, om de grens tussen hun leen en het gebied van Zweder van Apcoude, heer van Gaesbeke, Putte en Stryene, vast te stellen (L.H. 78, fol. 95).
Heerlijkheid montfoort:
146 op sinte Martiins avont Translatio. Symon en Jan Speyaert erkennen ontvangen te hebben van hun neef
Jan van Abbenbroeke 57 ½ pond grooten, in mindering van hetgeen hij hun wegens het ambacht en ambachtsgevolg van Abbenbroeke schuldig was, en keuren goed, dat hij de resteerende 37 ½ pond eerst zal betalen, nadat zij aan de jonkvrouw Van den Werve haar lijftocht voldaan zullen hebben of deze overleden zal zijn, mits hij tot zoolang de jonkvrouw jaarlijks 22 ½ oude schilden uitkeert. Met zegels van Symon en Jan in groene was. Oorspr.- Ch. No. 422.
Datering: 1387 (Juli 3)
C'est peu, mais c'est un départ.
A bientôt.